11/5/2021

Verplichte laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen – Waarmee rekening houden?

Verplichte laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen – Waarmee rekening houden?

De populariteit van elektrische voertuigen is het voorbije jaar flink gestegen. De laadinfrastructuur moet deze evolutie dringend bijbenen. Daarom legt de Vlaamse overheid minimumnormen op bij nieuwbouwprojecten en ingrijpende renovaties. Ook bestaande gebouwen moeten tegen 2025 laadpunten hebben. Waarmee moet je rekening houden bij de installatie nu, en om klaar te zijn voor strengere normen in de toekomst?

Verplicht: wat nu en wat later?

De nieuwe Vlaamse wetgeving is een omzetting van Europese richtlijnen over de verplichting om laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen te voorzien. Ze is van toepassing op 3 situaties:

  • Nieuwbouw of ingrijpende renovatie van gebouwen die niet voor bewoning bestemd zijn, minstens 10 parkeerplaatsen tellen, en waarvan de bouwvergunning na 11 maart 2021 is ingediend. Hier moeten onmiddellijk verplicht 2 laadpunten worden voorzien. In een later stadium moet het bovendien mogelijk zijn om 1 op 4 parkeerplaatsen van laadinfrastructuur te voorzien.
  • Nieuwbouw of ingrijpende renovatie van gebouwen die wel bewoning als bestemming hebben, minstens 2 parkeerplaatsen tellen, en waarvan de bouwvergunning ook na 11 maart 2021 is ingediend. Hier is er geen onmiddellijke verplichting, maar moet het mogelijk zijn om in een later stadium álle parkeerplaatsen van laadinfrastructuur te voorzien.
  • Alle bestaande gebouwen die niet voor bewoning bestemd zijn en meer dan 20 parkeerplaatsen tellen, moeten tegen 1 januari 2025 minimaal 2 laadpunten hebben. Minstens na 3 jaar worden de aantallen opnieuw geëvalueerd.

Als niet voldaan wordt aan deze wetgeving, kan het Vlaams Energieagentschap (VEA) boetes opleggen die oplopen tot 2.000 euro per laadpunt.

Praktische tips

Naast de verplichting om laadpunten te plaatsen, is er dus ook de uitgebreidere verplichting om nu al de installatie van (bijkomende) laadpalen in de toekomst mogelijk te maken. Je voorziet daarvoor best meteen de nodige ruimte en de juiste infrastructuur.

  • Het is aangewezen om een apart elektrisch bord voor de laadinfrastructuur te installeren. De grootte moet minstens voorzien zijn op het verplicht aantal laadpunten in die specifieke situatie (zie hoger). Op het bord moet er – per laadpunt! – minstens plaats zijn voor een vermogenautomaat, een differentieelautomaat type B en een kWh-teller. Soms zitten er ook andere toestellen in het bord, dus dimensioneer beter wat groter dan te klein.
  • Bij een groot aantal laadpunten kan je uiteraard voorzien om gefaseerd meerdere borden te plaatsen. Zorg daarbij minstens voor voldoende ruimte voor de elektrische borden en de transfo(‘s).
  • Van de kabel naar het elektrisch bord voor de laadinfrastructuur wordt de diameter best gedimensioneerd op het vermogen dat in de toekomst nodig zal zijn. Of er al of niet gebruik zal worden gemaakt van een slimme sturing van het afgegeven vermogen, kan hierbij al van in het begin worden ingecalculeerd.
  • Naar elk laadpunt moeten ook kabelgoten en/of wachtbuizen worden voorzien. Hou hierbij rekening met het feit dat er naast sterkstroomkabels ook telkens een UTP-kabel moet worden voorzien. Gezien de vele mogelijkheden qua bekabeling, is het soms beter deze pas te voorzien bij het plaatsen van het laadpunt zelf. De kabels hoef je dus niet meteen te plaatsen, maar zorg dat je ze nadien wel gemakkelijk kan bijtrekken aan de hand van de nodige kabelgoten en/of wachtbuizen.

Deze aanbevelingen zijn volgens ons een minimum om niet enkel aan de huidige nieuwe wetgeving te voldoen, maar ook om op een vlotte en efficiënte manier nu en in de toekomst de nodige laadinfrastructuur te installeren en/of uit te breiden.

Met duurzaamheid in ons DNA geven we uiteraard ook zélf het goede voorbeeld. Op de parking van ons kantoor in Brugge kunnen bezoekers en medewerkers al sinds najaar 2020 hun wagen elektrisch bijtanken aan onze laadpalen die gevoed worden met groene stroom. Binnenkort zal dit ook voorzien worden op de parking in ons kantoor te Gent. Benieuwd naar onze ervaringen?

Welke impact heeft de laadpalenverplichting op jouw gebouwen en welke lessen trekken we uit onze eigen laadinfrastructuur? Neem contact op met Emmanuel Vierstraete voor meer info en advies: 050 40 45 30 of emmanuel.vierstraete@ingenium.be,

Downloads

No items found.

Neem contact met onze expert

Emmanuel Vierstraete

Gerelateerde nieuwsberichten

VEKA doet beroep op Ingenium voor update studie kostenoptimaal E-peil voor niet-residentiële nieuwe gebouwen
in de kijker
No items found.
23/5/2024

VEKA doet beroep op Ingenium voor update studie kostenoptimaal E-peil voor niet-residentiële nieuwe gebouwen

Voor het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) rondde Ingenium onlangs de studie af over kostenoptimale niveaus bij nieuwbouw van niet-residentiële gebouwen. De conclusies zijn niet enkel nuttig voor de overheid maar laten ons ook toe nog sneller en accurater advies te geven aan onze opdrachtgevers.
Antwerpen verkent geothermie in publieke ruimtes voor duurzame verwarming
in de kijker
14/4/2024

Antwerpen verkent geothermie in publieke ruimtes voor duurzame verwarming

Om haar duurzaamheidsdoelstellingen te bereiken, zet de stad Antwerpen zich volop in op stadswarmtenetten. Deze warmtenetten dienen als een duurzame oplossing voor het verwarmen van gebouwen binnen de stad. Echter, niet elke locatie binnen Antwerpen is geschikt voor de implementatie van dergelijke warmtenetten.
De Bijlokesite in Gent: Energetische transformatie voor een duurzame toekomst
in de kijker
11/3/2024

De Bijlokesite in Gent: Energetische transformatie voor een duurzame toekomst

De Bijlokesite in Gent, doordrenkt van een rijke geschiedenis en gevarieerde architectuur, vormt een unieke uitdaging in de zoektocht naar een duurzame toekomst. De diversiteit in het gebruik, de eigendom en de leeftijd van de gebouwen op de site maakt het energetisch optimaliseren en fossielvrij verwarmen een complexe taak. Desondanks bundelen de Stad Gent en Hogeschool Gent hun krachten om een doordacht plan op te stellen, met speciale aandacht voor de historische context en erfgoedwaarde van de gebouwen.